Effectieve peerfeedback (deel 3): laat studenten werken met de criteria

Als je studenten lukraak feedback laat geven op prestaties van andere studenten, schiet de feedback meestal alle kanten op en blijft de feedback vaak algemeen of globaal (‘goede presentatie' of ’helder verslag’).  Om dit te voorkomen en om ervoor te zorgen dat studenten kwalitatieve effectieve feedback formuleren, moet je studenten een kader geven. Wat zijn de eisen, normen of criteria waaraan de prestatie moet voldoen en aan de hand waarvan de feedback dus gegeven wordt? Deze criteria staan vaak in een rubric of in een feedback- of beoordelingsformulier.

In het ABC-model van feedbackgeven vormen deze criteria de letter A. De A staat voor accuraat en dit betekent dat de feedback altijd gekoppeld moet zijn aan één of meerdere succescriteria (feedup). Het is belangrijk dat studenten (maar ook jij!) in hun feedback de criteria gebruiken zodat helder is waar de feedbackontvanger naartoe moet werken.

Voordat je naar deze criteria verwijst of deze laat zien, kun je ook de studenten eerst deze criteria zelf laten ontdekken of verkennen. Hierdoor krijgen zij zelf meer vat op of notie van de prestatie die gevraagd wordt. Je kunt dit doen door de volgende drie vragen te stellen.

Vraag 1. Welke prestatie wordt gevraagd en wat is de functie of het doel van deze prestatie?

Voorbeeld: Het opstellen van een plan van aanpak voor de stage. Het doel daarvan is dat jij en je begeleiders weten wat je gaat doen tijdens je stage.

Vraag 2. Wat zijn dan vervolgens essentiële elementen of componenten van de prestatie?

Voorbeeld: Voor een plan van aanpak zijn dit onder meer leerdoelen, activiteitenoverzicht en een planning.

Vraag 3: Waar moeten deze elementen of componenten vervolgens aan voldoen?

Voorbeeld: er moeten minimaal X leerdoelen in staan die SMART geformuleerd zijn.

Je zet studenten met deze vragen zelf aan het nadenken over de prestatie en de criteria.

Een andere manier is om te werken met de bestaande criteria. Vaak zijn criteria redelijk abstract geformuleerd. Het is de vraag in hoeverre studenten ze altijd snappen. Het is dus zaak om altijd stil te staan bij de criteria en deze langs te lopen, uit te leggen en ermee te werken. Ook hier kan je dit zelf doen, maar je kan ook de volgende vraag aan studenten stellen:

Waaruit blijkt dit criterium in de prestatie? Of met andere woorden: wat lees, hoor of zie je in de prestatie? (zie vraag 3 hierboven).

Dit is als het ware een toets om te checken of de studenten de criteria begrijpen.

Hoe kun je dan vervolgens de criteria gebruiken? Ik geef je een aantal opties.

  1. Laat studenten op alle criteria feedback geven;
  2. Verdeel de criteria over de studenten en wissel dit per feedbackronde;
  3. Laat de studenten zelf bepalen op welke criteria zij feedback geven;

Het is in het kader van de variatie leuk om deze vormen af te wisselen.

Wanneer studenten elkaar feedback geven is het dus belangrijk dat zij dit altijd doen vanuit de criteria maar voordat zij dat kunnen, moeten zij deze criteria wel begrijpen en ermee gewerkt hebben.

Accuraat

Gerelateerde artikelen

  1. Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    In mijn vorige blog benoemde ik vier valkuilen waar je in kunt trappen als je de autonomie van studenten wilt stimuleren. Een docent reageerde op dit blog met de vraag: maar hoe kan ik dan wel op een effectieve manier autonomie bevorderen?

    5 april 2023

  2. De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    Studenten van de Juridische Hogeschool van Fontys hebben een petitie opgezet tegen de nieuwe onderwijsmethode van hun opleiding. Dit artikel was zaterdag 1 april in de Volkrant te lezen.

    5 april 2023

  3. Onderwijs is BBB

    Onderwijs is BBB

    Na de zomer staat er weer een nieuwe lichting eerstejaars studenten in de startblokken. Al jaren hoor ik docenten klagen over het dalende niveau van de instroom. Zo zouden de basisvaardigheden van de startende studenten niet op orde zijn. De taal- en leesvaardigheid zou te wensen overlaten, om nog maar te zwijgen over hun studiehouding.  Veel studenten zouden een korte spanningsboog hebben, een consumerende houding of zelfs ongemotiveerd zijn.  Maar is dit nu werkelijk zo? En is er echt sprake van een dalend niveau?

    5 juli 2023